………Ze zijn welhaast ontelbaar de kleurschakeringen van de opkomende zon. Van zachtgeel tot knalroze en alles wat er tussen ligt. Ik loop haar tegemoet. Mijn stappen stram, traag en bedachtzaam.

Vroeger lag hier een wijk, gebouwd in de jaren 70 van de vorige eeuw. Halfhoge flatgebouwen, lange monotone rijen van omschutte eengezinsbouw en talloze speelplekjes vol wipkippen en houtsnippers. Ik heb het langzaam zien verpauperen.

Schimmel heeft de mensen uit hun huizen gedreven en uiteindelijk is alles gesloopt.

Het land werd schoorvoetend teruggegeven aan het stroomgebied van de rivier.

Het was onontkoombaar. Door het steeds maar stijgende water waren uitloopmogelijkheden absoluut noodzakelijk. De natuur heeft aangedrongen en de mens is gezwicht. Nieuwbouw moest wijken voor de grilligheid van de rivier. Met verstrekkende gevolgen.

De dijk is dichterbij me en een andere dan degene waarop ik naast mijn fanatiekjoggende moeder fietste al die jaren terug. De uiterwaarden zijn eindeloos. Zacht wuivend dauwbedruppeld gras onderbroken door moerassige plassen waarboven geelzwarte rivierrombouten als helicopters zweven in de warme ochtendzon. Ze worden vergezeld door grasgroene gaffellibellen. Een paar zilverreigers staan stokstijf te azen. Het geel van de rijkbloeiende watergentiaan steekt fel af tegen het riet en de hoge grassen. De stekelige ijzerafzettingen zijn hier en daar vervangen door prachtige meidoornhagen en het uitzicht naar de overkant wordt gevangen door een grote hoeveelheid grillige zwarte populieren.

Ondanks dierlijke bedrijvigheid ademt er rust. Ik ga op één van de houten banken zitten, open al mijn zintuigen en laat het binnenstromen. De reflectie in het glasheldere water, alle geuren en kleuren en het strelende briesje door mijn grijze haar en mijn gedachten…….