………….De dertig treden die ik moet beklimmen om het water te zien stromen vallen me steeds zwaarder. Elke dag wordt de onderneming iets minder mogelijk. Ik vrees dat ik binnen afzienbare tijd definitief afscheid moet nemen. Ik hijg, puf en sleep met steunende handen op mijn knieeĆ«n mijn lichaam tree voor tree naar boven. Met gierende adem, pijnlijke gewrichten en tergend langzaam trekt mijn rollatorrijpe lijf zich tot aan de bovenste tree en eindelijk aanschouw ik haar of wat er nog van over is. Ingeperkt en opgesloten, in beton gegoten en afgeschermd, antracietgrijs, smalstromend en schraalstinkend.

Als kind fietste ik op deze plek naast mijn fanatiekjoggende moeder over een smalle dijk, midden in zonnig vaal- en helderblauw, appel- en grasgroen, boterbloemengeel en madeliefjeswit. Zoetgeur en weidedamp. Nu rest weemoedig terugverlangen.

’s morgens verhef ik me traag als dikke stroop uit mijn bed, tracht ik alle op slot zijne spieren en gewrichten met veel inspanning iets van hun oorspronkelijke elasticiteit te verschaffen, verkwik mezelf onder een warme straal en tijdens het afdrogen ontmoet ik een rimpelig, grijs en versleten spiegelbeeld . Iets wat me maar blijft verbazen. Ben ik werkelijk de persoon die in dit lichaam huist.

De tijd is met de jaren steeds sneller gaan jagen. Hollende dagen, rennende weken, vliegende maanden. Ongemoeid ben ik vermoeid geraakt. Niet de geest, maar het lichaam is gaan slijten.

De wereld is zo mogelijk nog sneller gaan draaien en in een verstikkende stroomversnelling geraakt. De mens is alsmaar meer aangezet tot grootverbruik en hoewel hij nooit controle of gezag heeft gehad over de natuur, haar bewegingen en schommelingen, heeft hij de controle steeds vaker en krachtiger en met onzinnige argumenten leren begeren. Respectloos heeft hij genomen en verorberd en ondanks vreemdsoortig verzonnen oplossingen zijn eigen vernietiging ingezet.

En zo heeft zompig groen dartelland plaats gemaakt voor grijze roerloze steen, is er gegraven en gekanaliseerd, zijn er hoge betonnen dijken opgeworpen en zware dammen geplaatst. Is er land gewonnen voor huizen en industrie, met als offer een stinkende dode stroom afvalwater, waar ik ondanks alles nog steeds verlangend in staar. Het water is net als ik alleen maar van uiterlijk veranderd, het stroomt nog steeds vanuit glasheldere bronnen, net als mijn gedachten………………